The twisties: a story of disconnection between mind and body.

"Twist(ies) to connection, please.”

Terwijl ik aan de gloednieuwe website pruts, hou ik pauze met de Olympische Spelen, Parijs, 2024.

Niet zelden veeg ik een traan weg.

Bij het live-optreden van old-time-favourite Céline Dion, die de eerste keer nadat een zeldzame neurologische aandoening haar van het podium hield (ze lijdt aan het Stiff Person Syndrome) de moed en het risico neemt om live te zingen vanop de Eiffeltoren, voor Parijs en de gehele wereld. Zo legde ze het advies om op tape te zingen, radicaal naast zich neer. Zoals ik ze ken, min of meer:) That’s why I love her so much. Ze drukte zich uit op haar geliefde wijze. Ze vatte vuur, opnieuw, in levenskracht.

En dan is er de gymnastiek. Waar het ooit voor mij begon, met mijn psychomotorische overgevoeligheid:). Ik vervoegde de competetieve turnploeg en turnde all-round wedstrijden. Balk was mijn beste toestel in punten, maar niet mijn geliefste. Dat was de grond. Toen al. De sprong vond ik akelig, net als de brug met ongelijke leggers. Allemaal te hoog. En ik had en heb hoogtevrees.

Hoewel we voor elkaar supporterden binnen de ploeg, die soms met en soms tegen je turnde, was de ‘rooting’ nooit zo fel als ik die momenteel kan waarnemen tussen Simone Biles en Rebeca Andrade. (For what it is worth, via sociale media). En hoewel ik best talent had, was ik toch steeds de underdog: een podium hier en daar was haalbaar, maar het hoogste was de laagste trede, voor mij(n kunnen). Ik leerde om daar tevreden mee te zijn, alsook met mijn niet-turngerichte lichaam. Toen was ik vaak de ‘dikste’. Ik hoorde dat weleens vanuit het publiek, waar vooral fanbases zaten van families van andere gymnasten. Ook daar leerde ik mee omgaan. De tijd ook: er zijn gelukkig veel zaken veranderd in de gymnastiek, en ondertussen ook in familieverband.

Over Simone zijn ondertussen veel letters gevloeid. Beelden gemaakt. Op en naast de turnzaal.

Indien mogelijk (Tokyo was ook op dat vlak een uitzondering) mét vrienden en familie dichtbij. Als ‘layers of support’. Zo ontzettend belangrijk. And still, she rises. Maya Angelou-gewijs en getatoeëerd op haar kleine lichaam. Ik kijk met grote ogen en soms een bang hart naar haar turncapriolen. Nog meer naar haar menselijkheid, die ze keer op keer benadrukt.

‘I am (still) human’.

En ook: naar hoe die ‘twisties’ gek genoeg in de turnzaal blijven. Dat debat volgend, kan ik alleen maar voelen als lichaamsgericht mens: het is exemplarisch, voor de gehele maatschappij, niet enkel als te vrezen uitzondering in een turnzaal.

Dit mag je uitvergroten, hierover mag het gaan: zijn we immers niet allemaal gedisconnecteerd tussen hoofd en lichaam, vaak ook tussen onszelf en de Ander/de Wereld, met alle gevolgen van dien?

Dat we niet allen rechtstreeks last ondervinden bij het maken van duizelingwekkend gesprongen hoogtes, wil niet zeggen dat die last er niet op een ander moment en plek en vorm, aankomt. Vallen/crashen doen we uiteindelijke allemaal, ooit.

Maar hoe rapen we onszelf op? 

Opzij gaan is de oplossing, vertragen. Jezelf aankijken. Precies op verkenning gaan naar de (dis)connectie. En langzaam aan, opnieuw proberen leven. In een ander, meer eigen tempo. Op zijn of haar geheel. Geconnecteerd. Leren sterven om anders te leren leven. 

Ze toonde het fenomenaal voor, Simone Biles.

We are all in need of connection. De connectie tussen hoofd en lichaam. De connectie met vrienden en familie. Met de wereld. Met dieren (niet-menselijke wezens): de hond, Beacon, een 4-jarige Golden Retriever die het USA-team rust mag reguleren, is me allerminst ontgaan. Met het grotere geheel. De tijd en de ruimte. Het proces.

Dan pas: de transformatie. Het veranderen van vorm. As nature shows us, women, every month. As Mother Earth shows us every season. Rising from our very own ashes, as phoenixes.

Wat me terug bij vuur brengt, en de vlam, die in een ballon zit, middenin het architectonische Jardin Des Tuileries. Parijs in bovenaanzicht: stad van rechte vormen en lijnen, van menselijke, culturele ingrepen. En dan de vorm van de vlam en de ballon: organisch. Flikkerend. Vlammend. Vurig. Als een herinnering aan yang én yin. Aan gecombineerde levenskracht. Aan creatiekracht.

Aan Griekenland, ook. Waar dat begrip ‘soma’ oorspronkelijk zijn roots vindt. Het gehele lichaam in de (atletische en minder atletische) mens: een gezonde geest in een gezond lichaam, weet je nog? Hoe is dat vergeten geraakt doorheen onze westerse geschiedenis, toch zogeheten schatplichtig aan de Grieks-Romeins-Christelijke cultuur? En aan de ‘Verlichting’ (het voelt soms als vloeken in de kerk wanneer ik als witte, hoogopgeleide, westerse historica aanvoel en uitspreek dat ‘de Verlichting’ tegelijkertijd delen van ‘de Verdonkeremaning’ in zich droeg, en toch doe ik het - kwestie van meerstemmigheid),
“ik denk dus ik ben” ??? 

Wanneer zijn we dat enkel gaan voorbehouden voor (Olympische) atleten?

Dat het met die schouder scheef zat van Nina, had een dokter die wat dieper graaft al gauw door. Het was niet enkel die schouder, het was haar hele lichaam die een re-set kon gebruiken. Alles zat namelijk scheef als gevolg hiervan. En alles moest dus, vanuit de core, weer worden recht gezet. Geconnecteerd, ditmaal op verbonden wijze.

En of dat kan, met en via teamwerk en wekelijks, grondig overleg. Elk vanuit zijn of haar eigen discipline. Met toewijding, dat ongetwijfeld ook. Om het groter geheel te dienen. Omdat het bijna onmogelijk was, maar wél kon. Op een gezond, eigen, ritme en dito tijdslijn. Zodat zij opnieuw kon gaan bloeien, dit maal vanuit betere potgrond.

En bij al die (on)mogelijkheden - er is ook het verhaal van Sunisa Lee, Rebeca Andrade, Kaylia Nemour - daar pink ik een traantje bij weg. Het ont-roert. Het raakt.

Aan Leven. “Arise with us!” fluistert het.

Hoor je het ook?

Illustratie: de fantastische puur.marie - zoek haar even op via insta en shower her some love!

Vorige
Vorige

Wat is somatische coaching?